ZorgBlog

Dwang

“Hij is al een jaar niet onder de douche geweest! En die onderbroek heeft hij ook al weken aan!”

Het is de zus van een patiënt die ik zie, en ze is niet tevreden over hoe de zorg is ingericht. Dat ik uitleg dat iemand, ondanks geheugenstoornissen, nog heel veel zelf mag bepalen in de eigen leefwereld, lijkt aan dovemansoren gericht. 

Vaak kom er geheugenstoornissen voor bij de oudere patiënten die ik zie, in meer of mindere mate. Het is soms inherent aan het ouder worden, soms duidelijk een dementieel beeld of gerelateerd aan andere aandoeningen. Vertel mij iets over het geheugen; na vijf jaar in een instelling voor mensen met dementie en nog een vervolgopleiding die richting op, weet ik er aardig wat van. 

In een verpleeghuissetting waar mensen wonen met een indicatie voor beschermd wonen (een gesloten afdeling), wordt er zoveel mogelijk van vrijheid uitgegaan. Er is geconstateerd dat ze niet meer veilig en zelfstandig thuis kunnen wonen, al dan niet met tussenkomst van een rechter of burgemeester die dit heeft bekrachtigd met een rechterlijke machtiging of inbewaringstelling. Ze moeten er in dat geval heen, tegen hun wil. Het idee is om ze dan in ieder geval de rest zoveel mogelijk zelf te laten bepalen. Veel loopdrang, maar ook valgevaar? Vaak wordt dat valgevaar geaccepteerd, met alle risico’s die daarbij horen. De bedoeling is dat er zo min mogelijk vrijheidsbeperkende maatregelen worden gebruikt, ter bevordering van het welbevinden van de bewoner. 

Zelfzorg is dan iets wat vaak in de knel komt. Zeker met geheugenstoornissen heeft men steeds minder ziekte inzicht (of dat wisselt, per moment), en dan is het zien van de zelfzorg ook lastig. Want als je niet meer weet of je nu wel of niet gedoucht hebt vanmorgen? Of gegeten? En ja, laat dan maar, het is nu al tegen de middag, of het valt wel mee, deze broek kan nog wel een keer. 

In het verpleeghuis kwam ik vaak mensen tegen bij een opname waarvan ik dacht: “Hóe leefde jij thuis?”, als in; hoe kan dit goed zijn gegaan, zo lang? Vaak was er geen normaal gesprek meer te voeren, dat deed ik met familie of naasten. Nu zie ik de andere kant in de huisartsenpraktijk. Vaak is het zo dat men in een bekende omgeving nog redelijk lang enigszins zelfstandig kan functioneren. Er zijn dan veel verschillende disciplines betrokken om de zorg te organiseren. Totdat iemand valt, of ziek wordt, in een delier raakt (tijdelijk in de war zijn ten gevolge van vaak een lichamelijke oorzaak), en het nog duidelijker wordt dat de balans die al zo fragiel was, nu té fragiel is geworden. 

Wat uiteindelijk het doel is, is de kwaliteit van leven, hoe zij dat ervaren, zo goed mogelijk is. En ja: dat is een onnoemelijk lastige puzzel, elke keer weer. Met elkaar kijken hoe we dat voor elkaar kunnen krijgen met zo min mogelijk dwang voor de persoon in kwestie, is denk ik de meest passende oplossing, en dat dan zonder onze normen op te leggen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *