ZorgBlog

Pikorde

Ik heb het niet zo op hiërarchie. Dit bleek al vrij vroeg; toen ik vijf was en in de kleuterklas zat, kreeg ik werkjes van de juf. De manier waarop zij dat destijds tegen mij zei was nogal dwingend en daar was ik niet van gediend. Ik deed alsof ik haar niet hoorde en ging mijn eigen weg.

Het is iets wat een karaktertrek is gebleken. Ik behandel iedereen hetzelfde, of je nu van stand bent of in de bijstand leeft. Iedereen is mens. Ik kan er niet goed tegen als mensen, wie dan ook, dingen doen die oneerlijk zijn.

Een tijd terug, vlak na mijn diplomering, werkte ik op de afdeling cardiologie. Er lag een vrouw met endocarditis, een ontsteking van de binnenbekleding van het hart. De behandeling is meestal een week of zes antibiotica via het infuus, een vrij intensieve behandeling. Vaak zie je dat de bacterie die dit veroorzaakt uit het gebit komt, en via de bloedvaten richting het hart reist.

De behandelend cardioloog wilde deze patiënt naar de kaakchirurg hebben, die in een andere locatie van het ziekenhuis werkte. Er was een taxi geregeld. Ik was die ochtend in mijn dagdienst verantwoordelijk voor haar, en snapte niet waarom er een taxi geregeld was in plaats van een ambulance. Ze had immers een infuus, bijna continue antibiotica, wie was er dan verantwoordelijk als er iets mis ging?

Ik zei de taxi af via onze afdelingsassistente, en even later gingen we de visite in met de cardioloog.

Hij trok me nog net niet door de kamer heen toen hij erachter kwam dat ze niet naar de kaakchirurg was geweest omdat ik de taxi had afgezegd. Ik zei kalm dat ik het onverantwoordelijk vond, en dat de kaakchirurg misschien ook hier kon komen, gezien mevrouw zo’n intensieve behandeling kreeg?

Goed, ik weet niet meer hoe het verder ging, maar mevrouw ging in ieder geval niet met de taxi weg. Ik snapte niet zo goed waarom hij nou zo boos was: ik deed wat ik moest doen als verpleegkundige: voor de belangen van de patiënt opkomen.

Deze houding is ook wel iets wat me tegen heeft gewerkt in veel grotere organisaties. Er wordt nu eenmaal verwacht dat je in de pas loopt, dat je je kop niet boven het maaiveld uitsteekt. Ik doe dat wel. Ik heb er alle recht toe vind ik, ik heb recht van spreken in mijn vak en als mens zijnde. Dat wordt vaak niet gewaardeerd. Er wordt onderhuids gecommuniceerd, bepaalde blikken geworpen waardoor je merkt dat het niet gewaardeerd wordt wat je doet.

Inmiddels zit ik na een lange zoektocht eindelijk op mijn plek, ik word gewaardeerd in mijn vak en serieus genomen. Ik ben nog steeds zo vastberaden om deze kwaliteit vast te houden als in de kleuterklas.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *