Tijd
Mevrouw kwam periodiek bij mij voor controle. Een wat oudere maar nog heel kwieke dame, enorm adrem met een heerlijke humor die ik kon waarderen.
Ze stond op mijn spreekuur maar was er niet, er was ook geen bloed geprikt. De situatie was al duidelijk uitgelegd in het dossier. Enige tijd geleden had ze last gehad van een raar gevoel in haar hoofd, en onstabiel lopen. Het waren niet de benen, zei ze, of de ouderdom. Ze was op het spreekuur geweest bij de huisarts en vervolgens doorverwezen naar de specialist in een ziekenhuis.
Al snel bleek dat het helemaal niet goed zat. Kanker, uitgezaaid. Vandaar ook haar rare gevoel in haar hoofd. Het zag er niet best uit.
Toen ik nog in het verpleeghuis werkte zag ik mensen altijd in de laatste levensfase. Wij waren een eindstation: het was maar zelden dat bewoners levend de voordeur verlieten voor bijv. een overplaatsing. Vaker overleden ze bij ons, en gaven wij de laatste zorg. Het was een klein huis: ik wist als ‘omloop’, of avond- nacht, weekendhoofd vrij veel van de bewoners. Altijd was bekend bij ons wanneer iemand overleden was, om de mutaties te doen, maar ook om een erehaag te vormen als we iemand uitgeleide deden in de kist, met familie erachter lopend.
Nu zie ik veel meer wisselingen in de huisartsenpraktijk. Nieuwe patiënten komen erbij, anderen verhuizen, patiënten overlijden. Het hoort bij het leven, maar ik denk niet dat ik er aan zal wennen wanneer ik een dossier open en de lappen tekst van de specialist lees over de diagnose(s) en de gesprekken van de huisarts met de patiënt over het levenseinde. Wanneer is het ondraaglijk lijden voor de patiënt, wat wil hij of zij met een mogelijke ziekenhuisopname. Gesprekken met familie, gesprekken over pijn en de levensverwachting.
Dit is het mooiste aan mijn vak maar ook het zwaarste. De persoonlijke verhalen, de tijd die je met iemand doorbrengt. De tijd die soms te kort is, een ziekte die ineens de kop opsteekt en de tijd die iemand nog heeft inperkt.
Natuurlijk neem ik dit mee naar huis. Ik heb het altijd een rare uitdrukking gevonden. Alsof het iets negatiefs is? Ervaringen vormen je, ook die op je werk, en als je dingen niet mee naar huis moet je je denk ik afvragen of dit wel het juiste vak voor je is. De relatie met de patiënt en ook wat het met jou doet als zorgverlener is essentieel, dat maakt dit werk juist zo bijzonder. En is de kern van zorg leveren. Een connectie maken met iemand, je openstellen. In korte tijd, soms.
Ik zal mevrouw niet meer zien op mijn spreekuur, daar komt weer een andere patiënt voor in de plaats. Het leven gaat door. Ik denk niet dat ik er ooit helemaal aan gewend zal raken, en dat is maar goed ook.