Niet reanimeren
Gezien mijn patiëntenpopulatie voornamelijk 50+ is, is dit een gesprek wat ik regelmatig voer. Omdat ik de patiënten meestal meer zie dan de eigen huisarts, probeer ik te polsen hoe ze erover denken. Wat er vaak gebeurd is dat mensen niet precies weten waar ik het over heb. Sommigen denken euthanasie, anderen het complete behandelpakket wat wij aanbieden. Meestal licht ik het toe met “stel dat u een hartstilstand krijgt, wat moeten wij dan doen, vindt u?”.
De antwoorden die hierop volgen zijn divers. Sommige patiënten zijn er al helemaal uit en zeggen ‘geen polonaise aan mijn lijf’. Anderen hebben er eigenlijk nog niet zoveel over nagedacht, en/of het er nog niet over gehad met naasten. Een derde categorie had ik laatst op mijn spreekuur. Ze komt al een tijd bij me, en pas het laatste jaar heb ik het idee dat ze wat minder gespannen is op mijn spreekuur. “Nee, daar wil ik het eigenlijk niet over hebben, ik word al zenuwachtig als ik er aan denk.” Het gesprek valt even stil, en ook haar echtgenoot kijkt bezorgd haar kant op. “Wat vervelend”, zeg ik. “waar komt dat vandaan?” Ze vertelt over meerdere trauma’s die ze vroeger heeft meegemaakt waarom dit onderwerp zo pijnlijk voor haar is. Haar echtgenoot knikt instemmend, hij wist dit al, maar zegt ook dat hij bezorgd is omdat ze wel een leeftijd hebben waarop ze hierover na moeten denken, en hij dit eigenlijk ook graag wil.
Ze blijft het lastig vinden, ik vertel dat ik kan noteren dat ze nog geen beslissing heeft gemaakt. Ik licht toe dat ze hiervoor ook bij de huisarts welkom is, om het onderwerp eens af te tasten, als ze daaraan toe is.
Nadat ze mijn spreekkamer uit zijn gegaan, moet ik denken aan een andere patiënt. Ze was eigenlijk nog niet eens zo oud, maar zag heel realistisch de gebreken van haar lijf in. Ze was de categorie “aan mijn lijf geen polonaise”. Ze had al duidelijk laten vastleggen dat ze niet gereanimeerd wilde worden, en niet naar de IC wilde.
Op een gegeven moment zou de huisarts voor een geplande visite naar haar toe gaan. Haar zoon was bij haar, en ze was ineens in elkaar gezakt. Hij was begonnen met reanimeren en had 112 gebeld, het kleine huisje stond vol met mensen. Ze had het niet gered. Misschien maar goed ook, dacht ik later. Ze had het niet zo gewild.