ZorgBlog

Helden

Ik ben geen held, ik ben niet onmisbaar. Ik ben misbaar.

In een systeem dat gebaseerd is op geld, is iedereen misbaar. Er is altijd wel een oplossing die de boel weer enigszins op de rit trekt: E-health, Zorgreservisten, het leger. Of misschien een andere, lagere functie met minder eisen, die minder goed betaald. Dat werkte ook goed toen de ‘functie’ van hbo-verpleegkundige werd ingevoerd en de mbo’ers met een degradatie werden opgescheept. Uiteindelijk komt het allemaal goed.

We zijn geen martelaren. Zie ons niet als goden of helden. Het deed wat met me, de laatste anderhalf jaar. Eerst op dat voetstuk geplaatst worden, alsof ik applaus nodig had, voor de professionaliteit die ik bied? Het luisterend oor? En vervolgens mochten we buffelen voor al het inhaalwerk wat we moesten doen, maar dat was normaal. Normaal dat de artsen 1-2 weken vooruit vol zaten, en ik ruim een maand. “Heb je dan pas plek?” was een veel gehoorde opmerking van patiënten, zowel voor mij als voor de assistentes.

Je doet er in een systeem wat gebaseerd is op geld alleen toe als je produceert, en dat deden we in die tijd. Nu is het weer business as usual: zo worden we weer een dienstverlening en mogen we weer verwijsbrieven maken naar specialisten en afgekafferd worden in ons gezicht als we niet doen wat de ‘klant’ vraagt.

Een gebruiksvoorwerp, zijn we. 

Ik vind het niet gek dat je deze ontwikkeling ziet in de maatschappij. Het is wat we met z’n allen hebben gecreëerd, de laatste paar decennia. Ik verwijt het patiënten niet: zij zijn een product van een overheid die de verzorgingsstaat afschaft, en de ‘zoek het maar uit’-houding aanneemt. Patiënten zien ons, niet Mark: wij zijn het gezicht van al die besluiten, alles komt bij ons terecht, op ons worden de frustraties afgereageerd.

Dat ik me heb gerealiseerd dat ik misbaar ben in zo’n systeem, geeft een hoop rust. Het gaat niet om mij: het gaat om cijfers (die ik invul voor de zorgverzekeraar), om geld. Het zakje geld wat de praktijk krijgt voor mij, om als praktijkondersteuner de ketenzorg te regelen. Voor mij in de plaats komt wel weer een ander. Of die het beter of slechter doet dan ik? Dat maakt eigenlijk niet uit, zolang de cijfers maar ingevuld worden.

Ik denk niet dat ik misbaar ben in de ogen van mijn collega’s, weet ik. Mijn collega’s en ik kunnen niets veranderen aan de enorme tanker die de zorg is, die afstevent op de kade met een behoorlijke snelheid. Ik kan er hierom in berusten: wij besturen deze tanker niet. Waarschijnlijk komen we er wel heelhuids uit, als we goed op onszelf letten.

Wij zijn geen helden. Zie ons als mensen, zoals wij jullie ook zien. Wij zijn gelijken in de strijd tegen dit zieke systeem.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *