ZorgBlog

Nachtdienst

Soms mis ik de nachtdiensten in het verpleeghuis. Na een lange zoektocht waar ik thuishoorde, was het echt een droom die uitkwam om in de ouderenzorg te werken. Destijds werkte ik voor twee locaties die vlak naast elkaar stonden, waarvan er één binnenkort gesloopt zou worden. Het pand was ouder dan ikzelf, met veel bruine accenten en in de gangen grijsbruine vloerbedekking. Ik mis het gemoedelijkheid, de geur van de (eigenlijk niet al te lekkere) warme maaltijden die we in de middag hadden.

Ik herinner me nog die keer dat we een bewoner kwijt waren aan het einde van de avonddienst. Paniek. Mevrouw zat in een trippel rolstoel, hoe ver kon ze nou zijn? Ik hoorde geroep vanuit een kamer, maar het was niet in die kamer, of die ernaast. Bleek ze een deur open te hebben gekregen (die normaal door ons op slot gedraaid moest) en buiten in het gras stond. Gelukkig waren er geen rare dingen gebeurd.

Het algemene medicijnhok op de hoogste etage voor de algemeen verpleegkundigen, veel te groot met allemaal oude spullen of voorraad die erin stonden, zoals oude postoelen die niet meer gebruikt werden. Daar stond ik ’s nachts alle opiaten af te tekenen en verzamelde ik deze voor alle afdelingen, om ze vervolgens af te gaan en ze neer te leggen voor de volgende dag.

Een hele bos sleutels die je altijd van je collega kreeg van de voorgaande dienst waarmee je de ongeveer twintig deuren van het hele pand moest controleren en op slot doen. Zeker in de zomer stonden deze vaak open, ook voor collega’s die even waren gaan roken op het balkon buiten. 

Die keer dat ik me rot schrok toen ik een hoekje om liep en een andere collega tegen het lijf liep (door die vloerbedekking hoor je natuurlijk niks). Later liet ik haar schrikken, door dezelfde reden. De enorme keuken die ’s nachts verlaten was waar we nog wel eens op zoek gingen naar een toetje als we even een nachtelijk suikerdipje hadden. 

Het feit dat je met een paar medewerkers verantwoordelijk was voor een heel aantal bewoners die voor het grootste gedeelte in rust waren. Op de afdelingen met dementie was het soms wat onrustiger, notoire bewoners die met een kopje thee in de verpleegpost zaten omdat ze niet konden slapen, of bewoners die in zichzelf gekeerd elke keer hetzelfde rondje over de gang liepen.

Bij het ochtendgloren in de zomer hoorde je de vogels fluiten en kwam iedereen weer tot leven: de ochtenddiensten arriveerden en meer bewoners werden wakker. Blij dat er die nacht geen heftige of bijzondere dingen waren gebeurd keerde ik weer huiswaarts. Het slechte slapen overdag mis ik niet, moet ik zeggen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *