Horen
Ze verteld me dat ze maar een meter of vijftig kan lopen voordat ze pijn krijgt, en ze moet stoppen. Haar benen komen dan weer tot rust en ze kan weer verder lopen. “Hoe lang loop je al met deze klachten?”, vraag ik. Zij: “Eigenlijk al bijna een jaar.”
Ik pak de bloeddrukmeter en doppler, om, in vaktermen te praten, een Enkel-Arm Index te doen. Makkelijk gezegd is dat ik de bloeddruk in de armen en benen opmeet, en dan specifiek kijk naar de systolische bloeddruk, of de bovendruk. Dit zegt iets over de toestand van de slagaders in armen en benen, en of er mogelijk ergens een vernauwing zit wat de klachten veroorzaakt. Ik weet eigenlijk al wat de uitslag gaat zijn bij deze patiënt.
Etalagebenen, in de volksmond genoemd. Men kan maar zoveel meter lopen voordat er pijn ontstaat in de benen waarna men moet stoppen, en dan na een pauze weer verder kan lopen. De grootste veroorzakers hiervan zijn langdurig roken en/of een hoog cholesterol.
Ze kwam vandaag op mijn spreekuur nadat er een paar plekjes vrij waren gekomen, en was enorm blij dat ik zo snel al plek had voor dit onderzoek. Ze was ook al bekend in het ziekenhuis en had deze klacht al eerder aangegeven, maar daar waren toen andere onderzoeken gedaan, waar ook afwijkingen gevonden waren. Ze voelde zich eigenlijk niet gehoord in het ziekenhuis met haar klachten, en dacht “ik zal me wel aanstellen, ik laat het maar.”
Nadat ik het onderzoek had afgerond, kwam er inderdaad uit dat er sprake was van een vernauwing in de slagaders in de benen, de ene was iets erger dan de ander. Ze had gerookt, was al gestopt een tijdje geleden, maar er speelden ook andere gezondheidsproblemen die invloed zouden kunnen hebben. Gezien de ernst van de afwijking die ik vond overlegde ik gelijk met de huisarts, die direct een verwijzing maakte naar de vaatchirurg.
We spreken over de ervaringen die ze had in het ziekenhuis. Het voelt als normaal, als mijn werk, om patiënten te horen, werkelijk te luisteren naar hun klacht en verhaal. Dat is toch de essentie van het vak, bedenk ik bij mezelf, terwijl ze me uitvoerig bedankt voor het consult. In dat soort gevallen voel ik me haast ongemakkelijk, als iemand er zoveel nadruk op legt. Aan de andere kant geeft het me enorm veel voldoening dat ik nu wel dat luisterend oor heb kunnen bieden aan die patiënt, die het juist zo weinig ervaren heeft de laatste tijd.