Overbelast
Ze komt binnen, duidelijk wat geagiteerd. Hij komt voor een controle, ze komen samen omdat hij dementie heeft. Hij schuifelt langzaam naar mijn spreekkamer, zij is vooruit gelopen.
Ik vertel dat de bloeduitslagen goed zijn, en vraag naar klachten. Hij zegt dat het prima gaat, zij vult hier en daar wat aan over bijzonderheden. Voor een controle van zijn voeten moeten zijn schoenen en sokken uit, ik zie dat het haar stress oplevert omdat het erg traag gaat. “Ik heb de tijd”, zeg ik, terwijl ik knipoog naar haar. Ze lijkt wat te ontspannen.
Eenmaal de voeten gecontroleerd doet hij de sokken en schoenen weer aan, op hetzelfde langzame tempo. Zij probeert te helpen maar hij wijst dat, enigszins geïrriteerd, af. Wat weer irritatie bij haar opwekt.
Als hij naar beneden buigt om zijn veters te strikken zie ik mijn kans schoon: aangezien hij hardhorend is kan ik héél even een gesprekje met haar aanknopen. “Maar hoe gaat het eigenlijk met jou?” Zeg ik tegen haar.
Ze barst nog net niet in huilen uit, maar het zit haar hoog, zie ik. Heel hoog. Ik benoem dat het ook enorm lastig voor haar is. Zij verteld dat er ook wel eens boosheid is, bij beiden. Ik vertel dat dat vaker voorkomt en we graag willen helpen voordat het mogelijk erger wordt.
“Praat er eens over met de huisarts, of de casemanager”, opper ik. Ze kijkt me verbaasd aan. “Die zijn er ook voor jóu, als je hulp nodig hebt”, vertel ik. Ze kijkt wat hoopvoller.
Meneer heeft inmiddels schoenen gestrikt en staat klaar om weg te gaan. Hij loopt als eerste de deur uit. Ik zeg nog tegen haar: “bel je binnenkort even voor een afspraak bij de huisarts? Om te praten?”
Ze knikt, een kleine glimlach, en verlaat de spreekkamer, achter haar man aan.
Wat mooi geschreven. En klinkt voor mij alsof je het heel professioneel en liefdevol hebt aangepakt.